Sjamanisme en transcendentie
Doorgaans betekent transcendentie een ervaring die verder gaat dan het normale en gewone. Aangenomen kan worden dat zaken als ‘bijna-doodervaringen’ geclassificeerd zouden worden als voorbeelden van transcendentie. Over het algemeen betekent transcendentie dat iemand de gewone grenzen van de fysieke werkelijkheid heeft overschreden, dat wil zeggen dat hij in een spirituele toestand is verwikkeld. Voor de sjamaan betekent dit de mogelijke verbinding met een specifieke geest in de natuur, in universele energievelden, rijken en/of parallelle universums. Er is veel geschreven over het gebruik van hallucinogenen en sjamanistische reizen. Niet alle sjamanen gebruiken drugs. Ze gebruiken geluid en lijken op hallucinogenen, zoals over hen is gezegd. Als …

Sjamanisme en transcendentie
Doorgaans betekent transcendentie een ervaring die verder gaat dan het normale en gewone. Aangenomen kan worden dat zaken als ‘bijna-doodervaringen’ geclassificeerd zouden worden als voorbeelden van transcendentie. Over het algemeen betekent transcendentie dat iemand de gewone grenzen van de fysieke werkelijkheid heeft overschreden, dat wil zeggen dat hij in een spirituele toestand is verwikkeld. Voor de sjamaan betekent dit de mogelijke verbinding met een specifieke geest in de natuur, in universele energievelden, rijken en/of parallelle universums.
Er is veel geschreven over het gebruik van hallucinogenen en sjamanistische reizen. Niet alle sjamanen gebruiken drugs. Ze gebruiken geluid en lijken op hallucinogenen, zoals over hen is gezegd. Als ik het heb over sjamanistische transcendentie, bedoel ik een significant bewustzijn dat verder gaat dan wat als normaal voor mensen wordt beschreven, vooral een bewustzijn dat is veranderd.
Voor mij betekent deze sjamanistische transcendentie werkelijk zelftranscendentie. Dit betekent op zijn beurt dat je deel gaat uitmaken van iets dat groter is dan jijzelf. Ik heb het niet over het ontwikkelen van een ‘Godcomplex’. Dit gaat inherent over het verlaten van de alledaagse wereld, de wereld van repetitieve routine, en het accepteren van de dingen zoals ze zijn. Onderzoeker Pamela Reed suggereerde in 2003 dat het individu hier ‘verbindt met dimensies die buiten de typisch herkenbare wereld liggen’. Op dit cruciale punt maakt de sjamaan verbinding met deze andere werelden. Deze werelden, vaak het Hoger Rijk, het Middenrijk en het Lagere Rijk genoemd, zijn niet hetzelfde als sommige religieuze concepten van de hemel, het vagevuur en de hel. Op dit punt doet de sjamaan er niet toe wat groter is dan het eigen ik. De bezorgdheid van de sjamaan ontstaat nadat de verschuiving van gewone tijd naar ongebruikelijke tijd heeft plaatsgevonden. Vervolgens gaat de sjamaan, samen met zijn spirituele gids of helper, op zoek naar antwoorden op zijn genezingsvragen, vragen die verband houden met de problemen van de patiënt.
In Canto XXV van de Dhammapada vinden we dit wijze advies het belangrijkst voor transcendentie: 'Maak je boot leeg... als hij leeg is, gaat hij gemakkelijk.'