Het Trump-team stuurt een enquête naar buitenlandse onderzoekers uit angst voor buitenlandse inmenging

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Een onderzoek van het Trump-team onder buitenlandse onderzoekers roept zorgen op over buitenlandse invloed en academische vrijheid.

Ein Umfrage des Trump-Teams an ausländische Forscher weckt Bedenken hinsichtlich ausländischer Einflussnahme und akademischer Freiheit.
Een onderzoek van het Trump-team onder buitenlandse onderzoekers roept zorgen op over buitenlandse invloed en academische vrijheid.

Het Trump-team stuurt een enquête naar buitenlandse onderzoekers uit angst voor buitenlandse inmenging

Een toenemend aantal onderzoekers in Australië, Europa, het Verenigd Koninkrijk en Canada die Amerikaanse financiering ontvangen, is gevraagd om de banden van hun instellingen met China openbaar te maken en of hun projecten consistent zijn met de ideologie van de Amerikaanse regering. Verenigingen die universiteiten in deze regio’s vertegenwoordigen waarschuwen dat dit de academische vrijheid bedreigt en de wetenschappelijke vooruitgang ondermijnt.

Verschillende universiteiten of universitaire verenigingen hebben tegenover Nature bevestigd dat sommige van hun werknemers of leden een gedetailleerd onderzoek hebben ontvangen waarin wordt gevraagd of hun door de VS gefinancierde projecten verband houden met diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI), klimaat- en milieurechtvaardigheid, of met wat het onderzoek beschrijft als ‘genderideologie’. In de VS is de regering onder president Donald Trump gestopt met het financieren van onderzoek hiernaar Onderwerpen ingekort. Bijkomende vragen hebben specifiek betrekking op de financieringsbanden en samenwerkingen van de instellingen met entiteiten die de Amerikaanse belangen kunnen schenden.

Het onderzoek ‘vertegenwoordigt het extreme einde van buitenlandse invloed zoals we nog nooit van onze onderzoekspartners hebben gezien’, zegt Vicki Thomson, CEO van het Group of Eight (Go8) consortium van de belangrijkste onderzoeksuniversiteiten in Australië, waarvan sommige de enquête hebben ontvangen. Het zou ‘tot buitenlandse invloed kunnen leiden als het in strijd is met onze waarden en nationale belangen’, voegt ze eraan toe.

Veel universiteiten in Europa adviseerden hun onderzoekers om niet op de enquête te reageren, maar sommige in Australië reageerden wel.

De vragen

In het onderzoek met 36 vragen wordt aan onderzoekers ook gevraagd of hun instellingen samenwerken met communistische, socialistische of andere partijen die anti-Amerikaanse overtuigingen omarmen, blijkt uit kopieën van de vragenlijst die online is gepubliceerd door de Britse krant The Guardian en Resource, een tijdschrift van Wageningen University & Research in Nederland.

De antwoorden op de vragen worden beoordeeld op een totaal van 180 punten. Projecten krijgen meer punten als ze niet bijdragen aan DEI, het klimaat en de ‘genderideologie’, of als hun organisatie niet samenwerkt met communistische, socialistische of anti-Amerikaanse partijen. Projecten die illegale immigratie naar de VS helpen bestrijden, de vervolging van christenen bestrijden en inspanningen ondersteunen om zeldzame aardmetalen te beschermen, krijgen ook hoge scores. Instellingen die financiële steun ontvangen uit China, Rusland, Cuba of Iran scoren daarentegen lager.

Thomson zegt dat hoewel financieringsinstanties vaak vragen stellen over het beleid van universiteiten op het gebied van moderne slavenarbeid, gendergelijkheid en andere goede onderzoekspraktijken, veel vragen in het onderzoek "buiten de traditionele reikwijdte van de toepassing vallen". De onderzoekers hadden 48 uur de tijd om op de vragenlijsten te reageren, voegt ze eraan toe.

Chad Gaffield, uitvoerend directeur van de U15-afdeling van Canadian Research Universities in Ottawa, zegt dat de vragenlijst een aantal bekende en toepasselijke vragen stelt over verantwoording, transparantie en veiligheid, terwijl andere punten 'onderzoek politiseren'. De vragen vormen een bedreiging voor het vermogen van door de VS geleide onderzoeksprojecten om essentiële vragen te beantwoorden en ondermijnen daarmee de vooruitgang in de kennis, zegt Gaffield.

In Nederland, waar de vragenlijst naar onderzoekers van een universiteit werd gestuurd, zei Caspar Van den Berg, president van de Nederlandse Universiteiten, dat de enquête een voorbeeld was van het verslechterende klimaat voor de vrijheid van wetenschappelijke praktijk in de Verenigde Staten, dat gevolgen heeft voor Nederlandse universiteiten en onderzoekers. Het “onderstreept het belang dat we allemaal opkomen voor de vrije wetenschap”, zei Van den Berg in NRC.

Reactie van de universiteit

De enquêtes werden ofwel door universitaire onderzoekspartners in de Verenigde Staten onder buitenlandse onderzoekers verspreid, ofwel rechtstreeks door Amerikaanse overheidsinstanties naar het buitenland gestuurd. Uit kopieën van de online gedeelde enquête blijkt dat het document is verzonden onder leiding van het Amerikaanse Office of Management and Budget, een belangrijk uitvoerend kantoor dat toezicht houdt op de begroting.